Marskramerpad – wandeling 13 – april 2023

De weersvooruitzichten voor zaterdag 1 april rond Leiden waren zeker niet gunstig, maar dat weerhield drie doorzetters er niet van om weer de wandelschoenen aan te trekken voor een etappe van het Marskramerpad. De trein bracht ons van Utrecht Centraal naar Leiden Lammenschans, waar de wandeling begon richting de Vliet. Ons viel direct op, hoever de lente al gevorderd was in de voortuinen van de huizen langs de spoorlijn, met onder andere bloeiende magnolia’s. Eenmaal met de brug over de Vliet gekomen, stapten we zo het Polderpark Cronesteyn binnen, een circa 120 hectare groot park dat is gerealiseerd in 1982. Heel leuk om daar te wandelen. Hoog in de bomen zagen we lepelaars en verderop in het park krakeenden. Een vogelaar vertelde ons dat hij ook weleens roerdompen had gezien in het riet tussen grasland en bos. Op de Vlietweg richting Voorschoten zagen we ook nog twee zwarte zwanen en een keur aan bijzondere eenden in een omrasterde sloot bij een woning.

Af en toe miezerde het, maar dat deerde ons niet omdat de koffiepauze in zicht kwam. Op de Voorstraat in het centrum van Voorschoten hebben we bij Grand Café en restaurant het Wapen van Voorschoten buiten koffie kunnen drinken met zicht op het oude postkantoor. Verkwikt stapten we weer op en aan de rand van Voorschoten konden we genieten van het mooie park Rosenburgh. Verder op de route kwam de grote groene verrassing van de dag: Koninklijk Landgoed De Horsten, officieel Koninklijke Landgoederen De Horsten, eigendom van koning Willem-Alexander. Een prachtig wandelgebied met beukenlanen en het Molenpad, een wilgenlaantje met fraaie knotwilgen.

Het Marskramerpad voerde ons verder langs de Seringenberg, aangelegd in 1792 en beplant met paarse seringen, die nu helaas nog niet in bloei stonden. Het spiraalvormige pad omhoog naar het theekoepeltje bovenop de ‘berg’ hebben we deze keer niet beklommen, we liepen bij een opklarende lucht onderlangs de berg richting het Theepaviljoen De Horsten. Daar hebben we nog een keer koffiegedronken. Het paviljoen sluit in de ‘winter’ om vijf uur en is in zomer van negen tot half acht geopend voor ontbijt, lunch en diner.

Eenmaal weer op pad bereikten we al snel het einde van het mooie landgoed en liepen we Wassenaar binnen. De groene ruimte van het landgoed maakte plaats voor een stedelijke omgeving met kasten van huizen. In Wassenaar konden we de bus richting Leiden of Den Haag nemen. Die naar Den Haag kwam het eerst. In Den Haag aangekomen namen we een rustige Sprinter naar Utrecht, waar deze boeiende wandeldag tot een eind kwam.